Sta eens stil: in een kleine stal

Familienieuws

Sta eens Stil: “In een kleine stal…”

In mijn kindertijd werden de beelden van de kerststal bij het begin van de advent ver weg van de stal ergens in een hoekje op de schouw gezet. Iedere dag schoven ze een beetje op, dichter naar de stal toe. Het kindje bleef steevast in de doos zitten tot kerstavond.

Op de klanken van stille nacht die – mysterieus genoeg – uit een rode kerstbal kwamen, verzamelden de beelden die avond in de stal…

Hij was maar een gewone timmerman.
Een harde werker die alles over had voor ‘zijn Maria’…
En dan vertelt zij zo een verhaal!
Een verhaal over een engel met een boodschap.
Hoe kan hij dat nu geloven?
Hij hoort het geroddel van de buren al…
Neen, daar kan hij niet mee doorgaan.
Of toch…

Zij was maar een gewoon meisje.
Diepgelovig en gehoorzaam…
Verloofd met ‘haar Jozef’.
Bij haar geen vragen
rond de boodschap van de engel.
Neen, zachtaardig als zij is,
gehoorzaamt zij en zegt ja.
Zonder meer.

Hij was maar een gewone herbergier.
Een eerlijke zelfstandige,
blij met de grote toeloop van mensen in de stad.
Ja, heel zijn huis was volzet,
velen had hij moeten weigeren…
Volzet is volzet,
niets aan te doen!
Of toch…

Hij was maar een gewone herdersjongen.
Zorgzaam en bekommerd om zijn schaapjes,
dag en nacht wakend
zodat niets hen zou overkomen.
Hoort hij daar engelen zingen?
Wauw, goed nieuws!
Hij gaat direct op bezoek.
Zonder meer.

Hij was een wijze man uit het Oosten,
een koning op een kameel.
Beladen met geschenken,
volgde hij het Licht.
Een lange tocht
die eindigde in een stal!
Dat kan toch niet!
Of toch…

Hij was maar een eenvoudige baby,
zoontje van een timmerman
en een jonge dienstmaagd.
Geboren in een kleine stal.
Klein met de kleinen,
maar voorbestemd om ‘groot’ te worden.
Mens tussen de mensen,
en toch van goddelijke afkomst…

De rode kerstbal zingt al lang niet meer, maar een timmerman en een jonge vrouw, een herbergier en een herdersjongen, een koning of een wijze, arm en rijk, groot en klein, jij en ik,… blijven uitkijken tot het kindje weer tevoorschijn komt: in een stal of een paleis, in een mens die op je weg komt.

En ja, dan zingen de engelen!
Zonder meer!

Anne

Sta eens stil: in een kleine stal