Geschiedenis van de parochie Sint-Baafs en haar kerk

01Sint-Baafs is een parochie gelegen aan de rand van de stad Brugge op de gemeenteafdeling Sint-Andries. In het noorden en het oosten grenst zij aan de stad Brugge, ten zuiden aan de parochie Sint-Michiels en ten westen aan de parochie Sint-Andries. Zij behoort tot de dekenij Brugge-Stad. De Patroonheilige van de parochieSint-Bavo, – die ook wel eens Allowin genoemd wordt – werd in Haspengouw geboren. Over zijn ouders wordt enkel verteld dat zij roemrijk en edel waren. Het leven van Bavo kan tot de dood van zijn vrouw allesbehalve ‘heilig’ genoemd worden. Haar dood bracht hem tot inkeer. Hij wilde niet hertrouwen en ging boete doen voor zijn begane misstappen. Hij deelde zijn bezittingen aan kerken en kloosters uit en werd rond 640 broederbekeerling van de Gentse Sint-Pietersabdij. Uiteindelijk werd hij in de geestelijkheid opgenomen. Rond 650 stierf hij. Zijn feestdag wordt op 1 oktober gevierd.

De oude Sint-Baafsparochie

Een precieze datum van het ontstaan van de Sint-Baafsparochie is niet gekend. Vermoedelijk is de parochie in het begin van de 13de eeuw ontstaan uit de parochie Sint-Salvators, die door de groei van de stad Brugge te groot werd. We weten met zekerheid dat Danneel rond 1239 er pastoor was. Het testament van Geerwijn Weerdts uit 1250 vermeldt de parochie “Sincte Baves buten Brugghe”.

02Vermoedelijk was de toenmalige kerk gelegen op het kruispunt van de Sint-Baafsstraat, Diksmuidse Heerweg en de Hertogenstraat. In de volksmond wordt dit plein nog steeds het Sint-Baafspleintje genoemd. Reeds in 1290 werd er een kerk vermeld. In dat jaar metselde Joris Peckelnij er een doopvont. In 1505 worden twee klokken in de toren geplaatst.

Een tiental jaar nadien werd in de kerk een drie-armige kandelaar geplaatst. De kerk had een altaar dat aan de Heilige Antonius was toegewijd. Rondom de kerk lag het kerkhof. In 1577 werden alle gebouwen die binnen de pale (het gedeelte buiten de muren van de stad Brugge gelegen, maar er nog bijhorend) van de stad Brugge gelegen waren, afgebroken om te verhinderen dat de Geuzen de stad zouden belegeren. Het kerkhof werd van toen af niet meer gebruikt.

Daar de parochie vanaf deze periode niet meer over een kerk kon beschikken, werd de mis gelezen in de kerken van de nabijgelegen parochies van Sint-Andries, Sint-Michiels, Sint-Salvators en de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Blindekens.

In april 1610 kregen de inwoners van de parochie de toelating van hun bisschop om de kerk te herbouwen. De parochie beschikte echter niet over het nodige geld, deels omdat de parochianen binnen de muren van de stad waren gaan wonen, omdat deze meer bescherming boden.

De parochie bleef tot 1647 bestaan en had een pastoor. In dat jaar werd ze afgeschaft en bij die van Sint-Salvators gevoegd, maar ze bleef als wereldlijk gegeven bestaan. In het Ancien Regime waren parochies niet alleen kerkelijke indelingen, maar ook wereldlijke.

In 1784 waren er, volgens de oudste volkstelling, op Sint-Baafs enkel 30 huizen met 133 inwoners. Wanneer de Fransen in 1796 een bestuurlijk stelsel invoerden, werd de burgerlijke parochie Sint-Baafs gefusioneerd met de parochie Sint-Andries. De kerkelijke parochie Sint-Baafs was toen reeds lang verdwenen.

De nieuwe Sint-Baafsparochie

Op 11 december 1907 werd voor de eerste maal door 61 inwoners van de wijk ‘Petit Paris’ (wijk die zijn naam te danken heeft aan een herberg gelegen op de Gistelse Steenweg tussen de Lange Vestingstraat en het spoorwegviaduct) aan de bisschop gevraagd om een nieuwe parochie op te richten. Hun argumentatie was de volgende: “Ge kent de ligging van de wijk en weet hoe de bevolking, die reeds aanzienlijk is, nog gedurig toeneemt. Ongelukkig zijn wij verre van onze parochiekerk verwijderd en om naar stad te gaan is het ook moeilijk “. De wereldlijke overheid bleef niet bij de pakken zitten en wou de smedenkapel kopen. Deze koop is echter niet doorgegaan omdat de kapel te klein was.

Twee jaar later wees de gemeenteraad de plaats aan waar de nieuwe kerk moest komen. Met name op de plaats waar de huidige Sint-Baafskerk staat.

Op zaterdag 16 februari 1912 besloot men de grenzen van de nieuwe parochie vast te leggen.

Op 20 augustus van dit jaar verscheen de oprichting van de nieuwe parochie in het Staatsblad. Op 12 september werd de kerkfabriek opgericht met als leden: Emile Van Caillie, Alfons Gillemon-Decock en Eugène Deloof. Veertien dagen later werden Graaf Herwyn en Léopold Van Hoorickx benoemd.

De bevolking van de nieuwe parochie telde ongeveer drieduizend inwoners. De eerste kerkdiensten werden gehouden in de kloosterkapel in de Zandstraat.

Op 30 oktober 1957 besloot de toenmalige bisschop van Brugge Mgr. E. De Smedt de grenzen van de parochies te wijzigen, waardoor de Sint-Baafsparochie zich tot aan de huidige Expresweg kon uitbreiden. De directe aanleiding daartoe was de oprichting van de Willibrordusparochie. Daartoe moesten de grenzen van de parochies Sint-Andries en Sint-Michiels toch gewijzigd worden.

De bouw van de nieuwe parochiekerk

Reeds op 8 januari 1909 was het gemeentebestuur van Sint-Andries aan het onderhandelen met de Burgerlijke Godshuizen van Brugge over de gronden om de Sint-Baafskerk op te bouwen. Op 29 december van hetzelfde jaar werd een plan uitgewerkt om deze gratis ter beschikking van de gemeente gestelde grond te verkavelen. De inplantingplaats van de kerk was niet gelegen langs de Gistelse Steenweg, maar langs de Sint-Ewoudstraat.

De eerste missen op de nieuwe parochie werden gedaan in de kapel van het klooster van de zusters van Heule in de Zandstraat.

Tijdens de eerste kerkraad van 29 september 1912, werd besloten een nieuw schoollokaal op te richten bij de jongensschool, waar thans het parochiaal centrum Valkenburg gelegen is. Deze gebouwen zouden voor een periode van drie jaar kunnen gebruikt worden als voorlopige kerk.

03Op 6 april 1913 werd architect Carette uit Kortrijk aangesteld om een voorontwerp te maken van de nieuw te bouwen kerk, in zuivere neogotische stijl. Een paar maanden later werd het plan besproken. Men kwam onder meer tot de vaststelling dat de voorziene oppervlakte voor het kerkgebouw te klein was en dat de inplanting op de rooilijn van de Gistelse Steenweg niet gunstig was omwille van het lawaai. Men besloot de kerk te situeren in het midden van de verkaveling en een grotere oppervlakte te voorzien.

Ondertussen rees er tussen het gemeentebestuur en de leden van de kerkfabriek onenigheid.

De gemeente had voor de stichting van de parochie de grond verworven en een verkavelingzone voorzien. De kerkfabriek wilde vermijden dat grond en gebouw aan verschillende eigenaren zouden toebehoren. Uiteindelijk werd de zaak bijgelegd en zou de grond aan de kerkfabriek worden afgestaan, die voor één derde zou tussenkomen in de bouw van de kerk; de staat en de provincie voor elk één zesde en het gemeentebestuur voor één derde. Indien de gemeente dit voorstel niet zou aanvaarden, zou de kerkfabriek afstand doen van haar rechten tot bouwen en zou de gemeente alles zelf moeten bekostigen.

Toen men wou aanvangen met de bouw van de kerk in augustus 1914 begon de Eerste Wereldoorlog. De bouw van de nieuwe kerk werd voorlopig uitgesteld. In 1916 werd de voorlopige kerk uitgebreid met twee nissen om er de biechtstoelen in te plaatsen. Na de oorlog, in oktober 1919, werd er een sacristie bijgebouwd.

Tien jaar later werd ter gelegenheid van de zendingsdagen in de voorlopige kerk een maquette van de nieuwe kerk tentoongesteld. Op 24 november 1929 keurde de kerkraad het plan van de nieuwe kerk goed. Een maand later verleende de gemeenteraad haar goedkeuring.

04De plannen werden gemaakt door J. en L. Viérin. Er was een middenbeuk voorzien, zonder zijbeuken, met de toren achter het koor. Op deze wijze zou het hoofdaltaar altijd zichtbaar zijn vanuit de kerk. Deze kerk werd in neo-romaanse stijl opgetrokken.

In de lente van 1933 ging men over tot de aanbesteding. Aannemer Verhaeghe uit Loppem mocht de werken uitvoeren voor de som van 911.949 BEF. Op 30 juni gingen de bouwwerken van start. Uiteindelijk werd de kerk op 16 september 1934 in gebruik genomen, bijna 22 jaar na de oprichting van de parochie.

De plechtige kerkinwijding had plaats op 11 oktober 1937. De relieken van de heilige martelaren Maximus en Osmundus werden in het hoofdaltaar ingemetseld door Mgr. Lamiroy. Meteen werd het 25-jarig bestaan van de parochie luisterrijk gevierd.

Wapenschild

05Volgens kerkelijk gebruik is iedere parochie gemachtigd een eigen wapenschild te bezitten. Voor de parochie Sint-Baafs werd het de zilveren valk (kenteken van Sint-Bavo) op een blauw veld met bovenaan drie gouden jachtbellen op een rode band.

Pastorie

In 1931 ging de gemeente Sint-Andries over tot de bouw van een nieuwe pastorie. De architecten J. en L. Viérin tekenden de plannen. August Vanhalme was de aannemer. Op 26 oktober 1931 nam pastoor Vanden Berghe er zijn intrek.

Symboolplaatsen

In 2012 werden naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van de parochie twee symboolplaatsen rond de kerk aangebracht. Voor het portaal is een labyrint te vinden in de stijl van het labyrint van Chartres. Achter de kerk ontstond de tuin van de ontmoeting. Rond het symbool van de appel zijn zitelementen aangebracht die een ontmoeting met de ander en/of de Ander mogelijk maken. Carlos Desoete schreef hierbij twee bezinningsteksten.

 Het labyrint: een beeld van ons leven

0706

Een leven lang gaat de mens op zoek naar zijn binnenkant:
wie hij ten diepste is, wat hem drijft en wat de kern is.
Doorheen bochten van vallen en opstaan,
van angsten en twijfels,
van broosheid en kwetsuren,
ontrafelt hij de draden van zijn levensverhaal
en ontdekt hij dat er meer is dan zijn angst,
en meer dan zijn gebrokenheid
en dat zijn diepste verlangens niet vervuld worden met het hebben.

Gaandeweg krijg je grond onder de voeten.
Je komt ooit wel op het spoor van wat ondanks alles staande blijft:
dat je bemind bent
en aangesproken door de Stem die zegt: Ik ben er voor u.

Een leven lang gaat de mens op weg naar buiten.
Om alleen te zijn is hij niet gemaakt.
Er is de nood aan een geliefde,
het verlangen om leven met anderen te delen.
Er is het appél dat uitgaat van mensen in nood:
een wereld die roept om vrede,
een schepping die verlangt naar toekomst.
Met bochten van vallen en opstaan,
lukken en mislukken en toch weer proberen,
vind je gaandeweg je plaats in deze wereld:
je maakt van je doen en laten een antwoord van solidariteit.

De weg naar buiten vertrekt van binnen,
vanuit het gedragen zijn naar anderen willen dragen,
vanuit het bemind zijn naar anderen beminnen,
vanuit de inkeer van het hart naar de inzet voor een betere wereld.
Je gaat hem nooit rechtdoor, maar altijd weer langs omwegen:
aarzelen en twijfelen,
bang zijn om jezelf te verliezen
en toch hopen om in het geven van jezelf, jezelf te vinden…

Maar als je de weg naar buiten gaat,
weet je van binnen dat je niet verloren loopt,
dat je ter bestemming komt.

 Een tuin van ontmoeting

0809

Als we nu eens ons leven zouden vergelijken
met een appel …
een appel met schil, vlees en klokhuis,
dan zijn we de meeste tijd bezig aan de schil,
de buitenkant.

Af en toe boren we wat dieper,
en dan zitten we bij het vlees:
de grote waarden
die ons werk kracht en smaak geven.

Maar het klokhuis wordt meestal wegge­gooid.
Men weet daar geen weg mee.
Nochtans is het precies vanuit dit klokhuis
dat een appel zijn levenskracht put.

Voor ons leven is het net dezelfde vraag:
wat is ons klokhuis?
Wat is de kern, de ziel van ons leven?
Vanwaar halen wij onze diepste kracht en inspiratie?

De vraag is zo oud als de Bijbel zelf.
Uiteindelijk is de Bijbel
niets anders dan het verhaal
van een lange zoektocht naar
en een worsteltocht met dat klokhuis.

De appel wordt een plek van ontmoeting.
Je kan er met een paar of meer mensen een babbeltje doen,
je kan er ook alleen eens stil vallen.
Het centrale punt,
net als bij het labyrint aan de voorkant van de kerk,
is een steen waarin de Jahwe-naam (Ik ben er voor u) gegrift staat.
En dat is toch de kern van ons verhaal.

Tekst: Michel Vanhalm en pastorale ploeg Sint-Baafs

Geschiedenis van de parochie Sint-Baafs en haar kerk