Eerste communie en vormsel in vraag stellen?

Familienieuws

Komend weekend vindt in onze parochie het vormsel plaats en het weekend daarop de eerste communie. Naar aanleiding daarvan zijn er veel mensen die hun diepste gedachten even naar buiten willen brengen. Niet zelden komen deze zaken richting pastoor.

De meeste cynische uitspraken hebben het over een feestelijk afscheid van de kerk. Of men spreekt over cadeautjeskermis. Of men heeft het vooral over de onwetendheid van kinderen over hun feest. Of men denkt dat de leeftijd te vroeg is, voor beide feesten. Of men vermoedt bij de kerk nog een restant van zieltjeswinnerij. Of men valt erover dat niet iedereen goed beseft wat er die dag en dat moment eigenlijk gebeurt. Of het gaat enkel om de kleren.

Anderen vinden het zo schoon dat de kinderen naar de kerk komen en een overgangsritueel meemaken. De jongsten die in hun kinderlijke onschuld zo openstaan voor het hele gebeuren. De vormelingen op de drempel van de grote school en de grote wereld.

Er zijn parochies waar men geen speciale eerstecommunieviering meer wil doen, omdat de pastoor terug wil naar de essentie. Je ziet het daar gebeuren dat de ouders een vervangprogramma fiksen met een vreemde voorganger die voor de rest niets met de mensen te maken heeft. De schapen volgen de herder niet altijd.

Er zijn ook kinderen die niet naar de kerk komen maar zelf iets doen. Blijkbaar zit het in ons ingebakken dat er gefeest moet worden. God, Jezus en evangelie komen dan niet ter sprake – maar ook daar zijn de cadeaus een voorwaarde.

Maar met onze Emmaüsparochie blijven wij aan deze kerkelijke rituelen wél een positieve duiding geven.

Een hele ploeg vrijwilligers

Wij zijn dankbaar dat we een beroep kunnen blijven doen op een hele ploeg vrijwilligers, zowel voor de eerste communie als voor het vormsel. Mensen die zich inzetten om de kinderen voor te bereiden en van de dag een zinvol feest te maken.

De eerstecommunicantjes zijn al sinds september op weg met hun rugzak. Die is gaandeweg gevuld, en nu zijn ze er klaar voor. Wat we hen meegegeven hebben? Dat iedereen een plaats heeft aan de tafel van Jezus (daar zouden veel volwassenen het al moeilijk mee hebben). Dat iedereen vriend mag zijn van elkaar (kijk maar ‘s naar het nieuws om te zien hoe sommige landen dat doen met elkaar en hun burgers). Dat we blije mensen mogen zijn als we vriend van Jezus zijn (dan mogen de kinderen de zure commentaren op sociale media of onder de krantenartikelen op de websites vooral niet lezen). We proberen hen bij te brengen dat liefde het allerbelangrijkste is in het leven. Heel lastig in een wereld waar alles om geld en bezit draait!

De vormelingen proberen we een gelovige kijk op de wereld te geven. Dat ze enthousiast mogen zijn en blije mensen zijn. Dat ze kleur mogen geven aan hun leven en de wereld rondom hen en zich daarbij kunnen inspireren aan de persoon van Jezus. Dat ze geen grijze middenmoter moeten worden. Dat ze zich mogen inzetten voor anderen, vooral voor zwakkeren. Dat alleen wie vanuit een bezieling en met passie iets doet, echt leeft. En dat geloof iets heel actief en werkzaam kan zijn.

Dat niet iedereen daar een boodschap aan heeft: geen probleem. Want makkelijk te realiseren is het allemaal niet.

Enthousiaste en blije mensen

Zelfs zonder enige religieuze dimensie is er totaal niets mis mee om jongeren te helpen vormen tot gelukkige, blije, enthousiaste en bezielde mensen.

Dat ze daarna niet meer naar de mis komen… ach, misschien is dat alleen maar doodjammer voor wie Kerk alleen ziet als een gebouw.

Maar al die waarden hebben wij ondertussen wel bij de kinderen in hun hart gezaaid. Zaaien is ons werk. De oogst zal voor iemand anders zijn. Wij mogen niet ongeduldig zijn. Wij kunnen geen onopgeschoten graan oogsten. Dat vraagt tijd. Gras groeit niet door eraan te trekken.

Misschien zullen de kleinsten flinke kinderen worden, misschien zullen ze een echte vriend kunnen zijn, misschien zullen ze af en toe eens bidden, misschien zullen ze goede herinneringen hebben aan hun eerste communie, misschien zal het hen inspireren en richting geven.

Misschien zullen de vormelingen straks flinke jongeren worden, zullen ze open staan voor anderen, zullen ze niet terugplooien op hun eigen vierkante meter, zullen ze zich in de grote school engageren voor zwakkeren, voor meer democratie, voor een rechtvaardiger samenleving, voor mensen veraf…

Misschien zullen sommigen later ook hun hart laten spreken als ze kiezen voor een studierichting of een job. Zal anderen gelukkig maken bij hen minstens even zwaar wegen als geld verdienen.

En ja, we hebben daar weinig controle over, we kunnen daar allemaal niet zeker van zijn… Het enige wat wij kunnen doen, is zaaien, blijven zaaien.

Trots en dankbaar

Daarom ben ik al die mensen dankbaar die meegeholpen in de werkgroep Rugzaktraject van de eerste communie en die een heel werkjaar alles voor onze zesjarigen gedaan hebben. Het zijn echte zaaiers! Ik ben trots op hen.

Ik ben trots en dankbaar voor alle catechisten die met de vormelingen op weg gegaan zijn en hen hebben laten voelen en zien dat enthousiaste gelovigen het verschil kunnen maken.

Ik dank de ouders die ons vertrouwen gegeven hebben en die met ons meegegaan zijn.

Dat het een mooi feest mag worden, waar het kind centraal staat en Jezus een plaats heeft.

De rest komt later…

pastoor Filip

Eerste communie en vormsel in vraag stellen?