Sta eens stil (bij Lucas 4,1-13)

Sta eens stil

Nadat Jezus gedoopt werd in de Jordaan,
treffen we hem in de woestijn aan.
Lucas schrijft hoe hij er veertig dagen en nachten
in rondwaart, zonder te eten…
Hij tracht zijn leven en zijn roeping op orde te krijgen…
Hij vertrouwt daarbij op God, zijn Vader,
met wie hij heel vertrouwelijk omgaat.

Maar dan verschijnt “de duivel, de verleider”.
En als je honger hebt, sta je zwak…
Dat vaste vertrouwen in God, zijn Vader,
wil de satan, koste wat het wil, breken!
Hij wil Jezus daaruit losweken,
hem in zijn macht krijgen: niet de macht van de liefde,
maar de macht van het grote “ik”…

De Vader-God van Jezus heeft niets vandoen met
een goochel-god,
een god van macht en bezit,
een god die de natuurwetten naar zijn hand zet…
Neen, zo is God niet!

Wie is Hij voor jou ?
Zijn naam zegt het: Ik ben er, wees niet bang!
Hij is betrouwbaar. Hij laat niemand los.
Ook niet onze geliefde doden,
ook niet de vluchtelingen op de dool,
ook niet de arme monddode medemens,
ook niet de bedreigde boer in Columbia…
Zijn Liefde is sterker dan verdriet, pijn en lijden.

Laat deze vasten ons zo naar Pasen voeren.
Moge het vaste geloof in Gods trouwe liefde
ons stevig in onze schoenen doen staan,
en ons broederlijk delen vruchtbaar maken!

Wensen wij elkaar een sterke vasten toe…
Paul

Sta eens stil (bij Lucas 4,1-13)