Sta eens stil (bij Johannes 20,19-31)

Sta eens stil

Thomas betekent letterlijk ‘tweeling’.
We hebben dus in de verrijzenisverhalen
met onze tweelingbroer van doen.
Iemand die dezelfde bedenkingen heeft als wij.
Iemand die zich dezelfde vragen stelt.

Wat ben je met een geloofsverhaal
dat vertelt over Iemand die je zelf niet meer kan zien?
Want alles is “van horen zeggen”.
Wat ben je met verhalen over een leven voorbij de dood
als je er zelf niks kan van ervaren?

Maar misschien is de vraag eerder
“wie ben je?”
als je deze verhalen leest.

Want Pasen is niet iets
dat zich enkel “buiten jou” afspeelt.
Pasen heeft alles te maken
met wie jij ten diepste bent.
En enkel jij kan ervaren
wat dat voor jou betekent.
Want eigenlijk schieten onze woorden
hier voor te kort.

Net zo min je met woorden precies kan omschrijven
hoe het zonlicht op een eerste lentemorgen er uit ziet
of hoe de levenskracht van de eerste bloesems zich vertoont,
net zo min kan je exact omschrijven
hoe Pasen in jou werkelijkheid wordt.

De zon is er om te zien en te voelen,
de bloesems zijn er om te groeien en te bloeien.
En jij bent er om te leven en te ervaren,
om te vallen en weer op te staan,
om te sterven en toch weer te leven.

Het verhaal van Pasen wordt geschreven
in de ruimte tussen de woorden.
Het licht van Pasen breekt door
in de ruimte van jouw binnenkant, jouw leven.
Daar wordt het tastbaar,
daar is het te vinden.
Steeds opnieuw. Altijd.
Ook als je er niet meteen
de vinger weet op te leggen…

Vincent

Sta eens stil (bij Johannes 20,19-31)